De kwak
Midas Dekkers
Het ergst zijn vogelaars. Iets zien wat jij niet ziet en dan nog weten hoe het heet ook, is ronduit onuitstaanbaar. Waar jij hooguit een flits waarneemt, zien zij een roodkeelpieper of een kleine kortteenleeuwerik, waar jij van stilte geniet, horen de Nico’s de Hanen en Siegfrieden Woldheks het ‘zachtste wit, wit, wit en het herhaalde stip of siep, geleidelijk versnellend tot een sissend of sidderend trillen’ van de fluiter. “De fluiter is vroeg dit jaar,” zeggen ze dan langs hun neus weg. Een iets golvende vlucht, een veelbetekenend veertje, een spikkeltje meer of minder op het goed gecamoufleerde ei, het zijn evenzovele aanleidingen om gewone mensen in te peperen hoe nietswetend ze zijn.
Nu is er weer zo’n aanleiding bij. Na veldgidsen als Wat vliegt daar? Is er nu ook een Wat poept daar? In de vorm van een handzaam uitgegeven What Bird Did That?, geschreven door Peter Hansard en Burton Silver. Hiermee kan elke soort eindelijk worden gedetermineerd aan het weinig tastbare dat ze, hoog over ons heen vliegend, voor ons achterlaat. Behalve duidelijke kleurenfoto’s van de uitwerpselen geven de auteurs ook uitvoerige omschrijvingen, gebaseerd op een hoofdindeling in sperds, sklops, sploods, schplutzen en schpleters. Een sklop bijvoorbeeld is een klein kwakje, met een scherp omgrensde kern en mantel van ongeveer gelijke grootte, vrijwel zonder uitlopers. Schpleters daarentegen zijn juist groot, met lange uitlopers en spettervorming. Het duidelijkst zijn deze typen te onderscheiden op de voorruit van een auto, die een goede, gladde ondergrond biedt. Comfortabeler vogelen is er niet.
Makkelijker kan het evenmin. Na enige oefening herken je de ‘omvangrijke sklop met zijn fraaie wolkvorm’ het ‘vochtige, losse, tere’ kwakje van de merel, zeker als de vaste korreltjes zich niet in de kern, maar in de mantel bevinden. De vrij losjes samenhangende schplutz van de zanglijster is in het seizoen vooral te herkennen aan de felgekleurde strepen en puntjes die bessen en andere vruchten in de romig aanvoelende fledder hebben achtergelaten. Het heeft wel iets van het determineren van Monatoetjes, al dat vergelijken van witte glibber met hier en daar een hard stukje erin. Er zit echter weinig anders op, omdat vogels iets heel anders uitwerpen dan konijnen, herten, vossen of mensen. Vogels hebben maar één gaatje, waar poep en plas samen door worden geloosd. Deze combinatie heeft, zoals u op uw jas kunt zien, eenzelfde verwoestende uitwerking als die van zoutzuur met salpeterzuur: het koningswater. Zou men in de feestartikelenwinkels naast stinkbommetjes ook bommetjes met vogelkwak erin verkopen, er zouden strenge wetten tegen worden uitgevaardigd, maar de vogels zelf die ons er vrijelijk mee onder vuur nemen, worden van staatswege beschermd. Die bescherming is de pest voor onze kleding, maar bevordert sinds What Bird Did That? dus wel de studie van het vogelrijk.
Duur is deze veldgids overigens niet. Ik kocht hem bij De Slegte. En dat terwijl de aangekondigde vervolgdeeltjes nog moeten verschijnen. Laten we hopen dat hun een beter lot is beschoren. Ik kijk in elk geval verlangend uit naar What Camel Did That?